Home > Nispen > Oorlogsdoden 1940-1945
In de oorlogsjaren 1940-1945 kwamen er in Nispen tweeëntwintig burgers om het leven. De eerste drie vielen al in de meidagen
van 1940. Vier personen kwamen om tijdens het bombardement van 31 mei 1944 te Roosendaal (waaronder een evacué). In de
Duitse concentratiekampen werden twee Nispenaren slachtoffer van het Nazi-regime. Bij de bevrijding van Nispen in oktober
1944 vonden niet alleen grote verwoestingen plaats maar kwamen ook dertien burgers om het leven. Al deze personen zijn als
inwoners van de toenmalige parochie Nispen vernoemd op de gedenksteen in de Vredeskapel aan de Heijbeeksestraat.
Marinus Bastiaensen
Hij werd geboren op 4 september 1895 en woonde op de boerderij aan de Essenseweg
(waar voorheen garage Bartelen was gevestigd). Hij woonde daar met echtgenote Sjo
Schrauwen en hun kinderen Louis, Kees, Jan, Fons en Marieke. Marinus raakte op 27
oktober 1944 zwaargewond toen een Duitse voltreffer vanuit oostelijkerichting nabij de
achterzijde van de kerk terecht kwam. Hij was toen bezig om met grasmatten de kelder
beter te beschermen. Soldaten van het Engelse leger brachten hem naar een ziekenhuis
in België maar zijn gezin wist aanvankelijk niet waar precies naar toe. Later bleek dat hij
op 1 november in het hospitaal te Brasschaat was overleden aan zijn verwondingen.
Philomena Suijkerbuijk-Cools
Zij werd geboren op 10 februari 1888 te Essen en was gehuwd met Jan Suijkerbuijk. Het
echtpaar woonde met hun kinderen in een pand, in de scherpe bocht aan de Essenseweg
nabij de grens. Op het echtpaar werd vaak een beroep gedaan om (Joodse) mensen over
de grens te smokkelen. In de zomer van 1943 viel de Duitse Gestapo de woning binnen
en werd Phil meegenomen. Nadien werd ook zoon Toon opgepakt en echtgenoot Jan gaf
zichzelf later aan in een poging zijn echtgenote vrij te krijgen. Dit laatste mocht niet baten.
Via kamp Vught kwam Phil in het najaar van 1943 in kamp Ravensbrück in Oost-Duitsland
terecht. Daar overleed zij op 13 mei 1944 door uitputting.
Wilhelmus Hendricus (Willy) van Deelen
Hij werd geboren op 13 april 1925 te Roermond en was een zoon van rijksveldwachter
Piet van Deelen en Maria Visch. Het grote gezin bewoonde een pand aan de
Essenseweg, het huidige pand nummer 35. Willy zat, samen met zijn broer, op een
seminarie in België toen de oorlog uitbrak. Zijn vader besloot om de jongens naar huis te
halen. Bijna thuis aangekomen werd hun auto beschoten door Duitse Stuka's die de door
Nispen trekkende Franse troepen bombardeerden. Willy werd in de auto getroffen door
rondvliegende bomscherven. Zwaargewond overleed hij op de avond van 10 mei in zijn
ouderlijk huis. Daarmee was hij de eerste oorlogsdode in Nispen.
Andreas (Dré) van Eekelen
Hij werd geboren op 19 januari 1894 in Nispen. Hij was gehuwd met Jaan Romme met
wie hij een pand aan de Dorpsstraat bewoonde. Het pand nummer 80. Zij hadden een
schuur met stal op de hoek van de Heijbeeksestraat en de Broekakkerstraat staan, van
waaruit geboerd werd. Op maandag 30 oktober 1944 ging het echtpaar van daaruit met
paard en wagen naar hun melkvee, dat op een weiland achter de boerderij van de familie
Peeters op Heijbeek stond. Net voorbij deze verwoeste boerderij reed de kar op een
Duitse landmijn. Alles vloog in de lucht en de ravage was groot. Dré leefde nog, maar was
zwaar gewond. Hij overleed in ziekenhuis Charitas te Roosendaal aan zijn verwondingen.
Johannes van Eekelen
Hij werd geboren op 22 juli 1871 te Nispen en woonde met zijn vrouw Jans Reijns
aan de Bergsebaan, het huidig pand nummer 62. Eerder had het echtpaar een
boerenbedrijf aan de Klokbergsestraat. Tijdens de zware gevechten van 26 oktober
1944 raakte het stalgedeelte van hun woning in brand. Toen Jan probeerde de
kleine brand te blussen werd hij door een kleine granaatscherf dodelijk in zijn hoofd
geraakt. Vanwege de gevaarlijke situatie werd Jan tijdelijk in een noodkist in de tuin
begraven en zocht zijn vrouw een veilig heenkomen in de kelder van het klooster.
Jan werd begin november 1944 herbegraven.
Johannes van Gink
Hij werd geboren op 28 februari 1902 te Nispen en was gehuwd met Tina van Agtmaal.
Het echtpaar woonde met vier kinderen aan de Zwaluwstraat. Jan had een schuilkelder
gemaakt in de boomgaard achter de kleine boerderij. Op 26 oktober 1944 waren op het
eind van de middag ook hier de Duitsers verdreven en kon men de Engelsen begroeten.
Vanwege de nog altijd neervallende granaten ging iedereen terug in de schuilkelder. Toen
Jan en zijn echtgenote terug naar beneden wilden gaan ontplofte een granaat tegen de
schuur. Jan stortte dodelijk getroffen neer en Tina raakte zwaar gewond aan haar been en
bovenlichaam. Buurtgenoten begroeven Jan tijdelijk in de nabije omgeving.
Adrianus (Arjaan) Goorden
Hij werd geboren op 24 oktober 1876 te Roosendaal. Met zijn vrouw Lies Nieuwlaat
woonde hij in het nu nog bestaande woonhuis Bergsebaan nummer 28. Achter in de tuin
werd in oktober 1944 een schuilkelder gemaakt waarin het echtpaar en enkele andere
mensen verbleven. In de namiddag van 26 oktober besloot iedereen naar buiten te gaan
omdat men had gehoord dat het dorp was bevrijd en wilden zij de schade aan hun huizen
bekijken. Toen Arjaan als laatste door de achterdeur van zijn woning naar binnen wilde
gaan, ontplofte er in de buurt een granaat. Eén van de scherven trof hem in het hoofd en
hij was op slag dood. Zijn echtgenote en kinderen lieten hem tijdelijk in de tuin begraven.
Franciscus (Sooi) van Hees
Sooi, geboren op 13 oktober 1908 te Essen, was gehuwd met Clasien Verpalen. Zij
hadden een dochter Ad en bewoonden het pand Dorpsstraat 22 in Nispen. Samen met
zijn vader en broer had hij een vervoers- en busbedrijf. Tijdens de bevrijdingsgevechten
schuilde Sooi met zijn familie in de kelder van de kerk. Op vrijdag 27 oktober besloten een
aantal mannen om de kelder meer te beschermen met grasmatten. Toen het karwei bijna
klaar was ontplofte onverwachts een granaat die waarschijnlijk ten oosten van Nispen
was afgevuurd. Sooi was evenals zijn broer Sjef op slag dood. Zijn vader Peerke raakte
zwaargewond en overleed later die dag.
Josephus (Sjef) van Hees
Sjef, geboren op 9 november 1905 te Essen, was gehuwd met Hermien Kools. Samen
met hun kinderen Pierre, Alex, Germaine en Madeleine woonden zij in een landhuis aan
de Dorpsstraat, het huidige pand nummer 4 en hadden een vrachtauto- en garagebedrijf.
Tijdens de bevrijdingsgevechten schuilde Sjef met zijn familie in de kelder van de kerk. Op
vrijdag 27 oktober besloten een aantal mannen om de kelder meer te beschermen met
grasmatten. Toen het karwei bijna klaar was ontplofte onverwachts een granaat die
waarschijnlijk ten oosten van Nispen was afgevuurd. Sjef was evenals zijn broer Sooi op
slag dood. Zijn vader Peerke raakte zwaargewond en overleed later die dag.
Petrus (Peerke) van Hees
Peerke van Hees werd geboren op 28 december 1879 in Essen en was met zijn
echtgenote Net Leenaarts en hun kinderen vanuit Essen in Nispen komen wonen. Hij
begon in de Dorpsstraat samen met zijn zonen Sjef en Sooi een vervoersbedrijf. Tijdens
de bevrijdingsgevechten schuilde Peerke met zijn familie in de kelder van de kerk. Op
vrijdag 27 oktober besloten een aantal mannen om de kelder meer te beschermen met
grasmatten. Toen het karwei bijna klaar was ontplofte onverwachts een granaat die
waarschijnlijk ten oosten van Nispen was afgevuurd. Engelse soldaten brachten hem
zwaargewond naar het ziekenhuis in Brasschaat. Daar overleed hij bij aankomst.
Arnoldus Cornelius (Aart) Kerstens
Hij werd geboren op 2 augustus 1899 in Rucphen en was gehuwd met Jacoba van den
Boom. Met zijn vrouw en vijf kleine kinderen woonde hij aan de Nispenseweg nummer 89.
Hij was werkzaam als arbeider en had zelf ook nog wat kleinvee. Op 12 mei 1940
scheerden Duitse vliegtuigen scheerden laag over de Nispenseweg en gooiden verschil-
lende boerderijen in brand. Ook bij de familie Kerstens vielen enkele bommen op het erf
en door de luchtdruk vlogen de deuren en ramen van het woonhuis open. Aart werd
daarbij in het deurgat dodelijk getroffen door rondvliegende granaatscherven. Hij werd
een dag later in Roosendaal begraven en later herbegraven op het kerkhof in Nispen.
Johanna Elisabeth (Sjo) Cockx-Konings
Sjo Konings, geboren op 6 juli 1866 in Nispen, was weduwe van Ludovicus Cockx en
woonde met haar twee ongehuwde zonen, Sjef en Toon, op een boerderij aan de
Nispenseweg. Ondanks het oorlogsgeweld van bommen en kogels wilde zij op zondag 12
mei 1940 mert de bus naar de kerk in Nispen. Plots werd een grote boom vlak bij haar
getroffen door een granaat en zijzelf werd door een scherf in haar long getroffen. Zwaar
gewond viel zij neer. Zij stierf in de loop van de dag aan haar verwondingen. Een dag later
brachten de zoons Sjo naar de kerk van Nispen voor de uitvaart. Voordat de begrafenis
plaatsvond moesten de aanwezigen nog vluchten voor neervallende bommen op de kerk.
Petrus Marinus (Piet) van Loon
Piet van Loon werd geboren op 4 februari 1904 in Rucphen en was getrouwd met
Cornelia Geerts. Samen met hun jonge kinderen woonden zij aan de Doelstraat. Piet was
werkzaam als melkventer en was juist aan het laden bij melkfabriek ‘t Anker in
Roosendaal toen daar op 31 mei 1944 bommen vielen. Hij werd, evenals zoveel anderen,
dodelijk getroffen op deze ‘zwarte woensdag’ voor Roosendaal in mei 1944. In totaal
kwamen er 76 mensen om het leven en de verslagenheid in Roosendaal en omstreken
was groot. Piet is samen met veel andere slachtoffers begraven op het kerkhof aan de
Bredaseweg in Roosendaal.
Cornelius Petrus Franciscus (Kees) Mies
Kees werd geboren op 6 december 1927 en was de oudste zoon van Marinus Mies en
Elisabeth Braat. Hij woonde met zijn ouders, broertje en zusters in een van de voormalige
arbeiderswoningen aan de Nispenseweg op de Kruisstraat. Hij werkte bij melkfabriek 't
Anker in Roosendaal. Daar voltrok zich op 31 mei om 11.22 uur voltrok een grote ramp.
Geallieerde vliegtuigen lieten 35 ton bommen vallen op en nabij het
spoorwegemplacement in Roosendaal. Ook de melkfabriek werd zwaar getroffen en de
gevolgen waren verschrikkelijk. Tientallen doden en gewonden lagen onder de puinhopen,
onder hen ook Kees Mies. Hij werd op vrijdag 2 juni 1944 begraven in Nispen.
Adrianus (Janus) van Nassauw
Hij werd geboren op 3 maart 1922 te Nispen en was een zoon van Gerardus van
Nassauw en Helena Gabriëls. Hij woonde met zijn vader en zijn broers en zussen aan de
Nigtestraat. Tijdens de oorlogshandelingen verbleef hij met enkele broers in het dorp. Op
30 oktober, enkele dagen na de bevrijding, ging Janus naar het ouderlijk huis aan de
Nigtestraat om polshoogte te nemen maar keerde niet terug. De familie trof ‘s avonds zijn
levenloze lichaam aan in de waterput op het erf. De hond was om het leven gebracht en
zakken met kleding waren verdwenen. Wat er precies is gebeurd is nooit duidelijk
geworden. Janus werd enkele dagen later begraven op het kerkhof te Nispen.
Ludovicus Edmondus (Louis) van Pul
Hij werd geboren op 20 maart 1941 te Nispen en was toen het jongste kind van Martien
van Pul en Cor Suijkerbuijk. Hij woonde met zijn ouders en zussen Maria, Adriënne en
Jeanne aan de Grensstraat in Nispen. Bij de bevrijding van Essen zat het gezin in de
frontlinie en verbleef vaak in de schuilderkelder in de tuin. Kort na middernacht van 22
oktober trof een zware granaat de zolder van de schuilkelder. Het gedeelte waar de
kinderen Van Pul in het ledikant sliepen stortte in en zand en bielzen vielen bovenop de
slapende kinderen. Louis kwam daarbij om het leven, evenals zijn zus Maria. Beide
omgekomen kinderen werden tijdelijk in de tuin begraven en later herbegraven in Nispen.
Maria Cornelia van Pul
Zij werd geboren op 5 oktober 1938 te Nispen en was het op een na jongste kind van
Martien van Pul en Cor Suijkerbuijk. Zij woonde met haar ouders, broer Louis en zussen
Adriënne en Jeanne aan de Grensstraat in Nispen. Bij de bevrijding van Essen zat het
gezin in de frontlinie en verbleef vaak in de schuilderkelder in de tuin. Kort na middernacht
van 22 oktober trof een zware granaat de zolder van de schuilkelder. Het gedeelte waar
de kinderen Van Pul in het ledikant sliepen stortte in en zand en bielzen vielen bovenop
de slapende kinderen. Maria kwam daarbij om het leven, evenals haar broer Louis. Beide
omgekomen kinderen werden tijdelijk in de tuin begraven en later herbegraven in Nispen.
Adrianus Johannes (Janus) de Regt
Hij werd geboren op 30 juli 1909 in Wouw en was een van de kinderen van het grote
gezin van Marinus de Regt en Johanna Paessen. De familie woonde in de boerderij aan
de Nigtestraat, het huidige pand nummer 2. Janus had op melkfabriek 't Anker in
Roosendaal een kantoorfunctie. Op de ochtend van 31 mei 1944 groette Janus zijn
ouders en fietste naar zijn werk in Roosendaal. Hij was druk aan het werk op het kantoor,
toen dit plotseling getroffen werd door het bombardement dat op en om het
spooremplacement plaatsvond. Janus en meerdere collega's kwamen hierbij om het
leven. Zijn ouders lieten hun zoon op 2 juni 1944 begraven op de r.k. begraafplaats in
Nispen.
Adriana (Jaan) Romme
Zij werd geboren op 19 april 1894 in Den Hout. Zij was gehuwd met Dré van Eekelen met
wie zij een pand aan de Dorpsstraat bewoonde. Het pand nummer 80. Zij hadden een
schuur met stal op de hoek van de Heijbeeksestraat en de Broekakkerstraat staan, van
waaruit geboerd werd. Op maandag 30 oktober 1944 ging het echtpaar van daaruit met
paard en wagen naar hun melkvee, dat op een weiland achter de boerderij van de familie
Peeters op Heijbeek stond. Net voorbij deze verwoeste boerderij reed de kar op een
Duitse landmijn. Alles vloog in de lucht en de ravage was groot. Jaan was op slag dood.
Dré overleed later in ziekenhuis Charitas te Roosendaal aan zijn verwondingen.
Johannes (Jan) Schoep
Hij werd geboren op 7 november 1888 in Oud-Vossemeer en was weduwnaar van Adriana
van der Sanden. In februari 1944 moest hij evacueren vanuit Oud-Vossemeer omdat de
Duitsers er gebieden onder water zetten. Hij kwam in Nispen terecht en vond daar samen
met zijn jongste kinderen tijdelijk onderdak bij Jan van Loon (de vader van Piet van Loon)
in de Doelstraat. Om tijdelijk toch wat te verdienen, hij was landbouwer van beroep, ging
hij samen met Piet van Loon naar de melkfabriek in Roosendaal. Daar was hij werkzaam
als melkontvanger. Ook hij kwam om het leven tijdens het bombardement van 31 mei
1944 in Roosendaal.
Johannes (Jan) Suijkerbuijk
Hij werd geboren op 15 oktober 1887 te Nispen en was gehuwd met Phil Cools. Het
echtpaar woonde met hun kinderen in een pand, in de scherpe bocht aan de Essenseweg
nabij de grens. Op het echtpaar werd vaak een beroep gedaan om (Joodse) mensen over
de grens te smokkelen. In de zomer van 1943 viel de Duitse Gestapo de woning binnen
en werd Phil meegenomen. Nadien werd ook zoon Toon opgepakt en echtgenoot Jan gaf
zichzelf later om zijn echtgenote vrij te krijgen. Via kamp Vught kwam Jan terecht in kamp
Natzweiler in Frankrijk. Op 9 februari 1945 zakt Jan tijdens een dodenmars richting
Dachau van uitputting in elkaar en wordt met een nekschot om het leven gebracht.
Wilhelmus Maria (Wim) Vissers
Hij werd geboren op 24 november 1933 te Roosendaal en was het derde kind van Frans
Vissers en Keeke Schrauwen. Zij woonden met hun zeven kinderen in het ‘spoorhuis’ aan
de overweg aan de Hollandsdiepstraat. Op maandagmiddag 23 oktober 1944 ontplofte er
een granaat tegen een deur van de kelder van het woonhuis en richtte grote schade aan
in de kelder vol met mensen. Wim werd getroffen door rondvliegende glasscherven van
weckpotten. Vader Frans nam zijn zwaar gewonde zoon in zijn armen en trok door sloten
en greppels naar het dorp voor medische hulp bij het klooster. Daar aangekomen stierf
Wim aan zijn verwondingen en werd hij tijdelijk in de kloostertuin begraven.
Meer over het leven van deze slachtoffers en een beschrijving van hoe zij hun laatste levensdagen doorbrachten, kunt u lezen
in het artikel ´De oorlogsslachtoffers van Nispen 1940 - 1945´. Dat is opgenomen in het Jaarboek 1995 van onze
heemkundekring. In dat artikel vindt u ook informatie over drie Nispenaren die indirect omkwamen ten gevolge van de oorlog.
Alsook over drie personen die aan de Rietgoorsestraat woonden en georienteerd op Nispen waren. Maar zij woonden niet op
het grondgebied van de parochie Nispen en zijn daarom niet vermeld op de gedenkplaat in de Vredeskapel.